Nieuws van de FEHAC:
Dinsdag 16 juni heeft de Tweede Kamer over de erfgoedwet vergaderd en is de erfgoedwet aangenomen, en daar mogen we erg blij om zijn.
Ten eerste omdat de jarenlange samenwerking tussen MCN (Mobiele Collectie Nederland) en FEHAC nu ook officieel als belangrijk wordt gezien, maar vooral ook omdat de inzet die FEHAC en MCN het afgelopen jaar op dit terrein hebben geleverd in de gesprekken met de beleidsmakers van het Ministerie van OCW nu is vastgelegd in een wet. Met het aannemen van deze wet is Nederland weer koploper in Europa geworden in de bescherming van het mobiel erfgoed. Bij de behandeling in de Tweede Kamer zijn tevens twee moties aangenomen, die onze inzet in de bescherming van het erfgoed ondersteunen.
Wat is er nu concreet bereikt?
Ten eerste is er nu een officiële erkenning dat historische voertuigen net als het andere mobiele erfgoed – deel uitmaken van het nationale erfgoed. De voertuigen vertellen een belangrijk deel van de geschiedenis en dienen dus beschermd te worden. Daarbij gaat het niet om de individuele voertuigen, maar juist om de collectie als geheel. En dat is exact het onderwerp waar wij als FEHAC over in gesprek zijn met UNESCO.
Ten tweede heeft de minister van OCW de verplichting gekregen om zich in te zetten wanneer er wetgeving zou dreigen te ontstaan die een bedreiging vormt voor het mobiele erfgoed. De minister is dan onze beschermheer, en zal in veel gevallen ook voor ons als FEHAC (en MCN) het aanspreekpunt zijn op dit vlak.
Ook heeft de minister moeten aangeven dat hij het NRME (Nationaal Register Mobiel Erfgoed) zal erkennen en de completering daarvan zal ondersteunen. Dit register is, zoals bekend, niet een limitatieve lijst, maar juist een opsomming van voertuigen en voertuigtypen aan de hand waarvan de geschiedenis van de massamotorisering in Nederland kan worden verteld.
Het is dus zeker niet nodig dat alle typen voertuigen worden opgenomen, maar een zo breed mogelijk scala is natuurlijk wel van belang voor het vertellen van de geschiedenis. En voertuigen die (nog) niet zijn vermeld, genieten evenzeer van de bescherming van de wet als de alwel opgenomen voertuigtypen. Aan ons de taak om het NRME nog veel meer te vullen dan nu al het geval is.
De opname in de erfgoedwet is niet zomaar gebeurd. De mensen die met OCW hebben gesproken hebben moeten aantonen dat er een duidelijk verschil is tussen ‘mobiel erfgoed’ en ‘oude voertuigen’. lmmers, volgens de internationale definitie is een historisch voertuig:
- dat minstens 30 jaar oud is
- dat bewaard en onderhouden wordt in een historische juiste conditie
- dat niet gebruikt wordt al dagelijks vervoermiddel
- en dat hierdoor deel uitmaakt van ons mobiel cultureel erfgoed
Met deze definitie hebben we een belangrijke bescherming bereikt. En door deze definitie zo goed mogelijk na te leven, kunnen we onder de bescherming van de erfgoedwet blijven. Zonder dat het van wezenlijke invloed is op het plezier dat wij als liefhebbers van onze historische voertuigen hebben.